De Hermetische Drie-eenheid en hun emanaties
Er zijn drie belangrijke, actieve deelnemers aan de Hermetische creatie:
- God, de vader en de enige echte schepper
- Zijn eerste zoon de kosmos, die hem hielp bij het organiseren en vormen van het leven.
- Gods tweede zoon Mens, die God hielp de materiële wereld te regeren.
In dit hoofdstuk gaan we hun definities en relaties met elkaar verkennen.
Volgens Hermes wordt God gedefinieerd als onlichamelijk:
Wat is dan het onlichamelijke? Nous/Geest dat geheel zichzelf gedeeltelijk omsluit, vrij van alle lichaamsdelen, onaangetast , ongerept. in rust in zichzelf, in staat alle dingen te bevatten en alles wat bestaat te bewaren, en zijn stralen (als het ware) zijn het Goede, de Waarheid, het archetype van geest, het archetype van ziel. (CH. II)
De goddelijke schepping wordt bewogen door zijn allerhoogste goedheid, die inherent is aan God. De schepping is dus niets minder dan de manifestatie van Gods goedheid:
[…] Het goede is wat alles geeft en niets ontvangt; god geeft alles en ontvangt niets, God is <het> goede, en het goede is God. (CH. II, 16)
Daarom is God ook de vader van de hele schepping:
Gods andere naam is Vader omdat hij in staat is om alle dingen te maken. Maken is kenmerkend voor een vader. (CH. II, 17)
Het bestaan was het resultaat van de combinatie van God, Nous en Materie. God is het begin van alles en is uiteindelijk verantwoordelijk voor de continuïteit van het leven.
God is de glorie van alle dingen, evenals het goddelijke en de goddelijke natuur. God, evenals geest en natuur en materie, is het begin van alle dingen die zijn, want hij is de wijsheid die bedoeld is om ze te laten zien. Het goddelijke is ook een begin, en het is natuur en energie en noodzaak en voltooiing en vernieuwing. (CH. III, 1)
God is ook aanwezig in alle dimensies van het bestaan. Zijn emanaties zijn terug te vinden in elk aspect van het zijn:
… en God omringt alles en doordringt alles, terwijl Nous/Geest de ziel omringt, omringt lucht de materie. (CH. XII, 14)
Verandert dit jouw kijk op de wereld om je heen? Verandert dit jouw kijk op de mensen die je ontmoet? Verandert dit jouw kijk op de goede en slechte dingen die jou overkomen?
“Het goede is wat alles geeft en niets ontvangt”. Hoe kan jij deze essentie van het goddelijke en het goede in je eigen leven tot uiting brengen? Schiet daarin niet door, maar blijf de gulden middenweg bewandelen. Je bent immers een mens en niet God.