De man en zijn rechtervoet
Er was eens een man die niet geloofde dat er iemand of iets anders was dat invloed had op zijn leven. God of goden waren verzinsels van mensen die te bang zijn om de harde realiteit te accepteren. Hij was zelf totaal in controle over zijn doen en laten. Dat was overduidelijk. Toch twijfelde hij soms een klein beetje. Om te zien of hij daadwerkelijk die controle had, besloot hij om dit te testen.
Indien hij controle had over zijn leven dan moest hij toch op zijn minst controle hebben over zijn eigen lichaam en gedachten. Hij wilde het zichzelf niet te moeilijk maken en dacht na wat een goede test zou zijn. De man ging elke dag met de bus naar zijn werk. Hij nam zich voor om voortaan met zijn rechtervoet de bus in te stappen, en met zijn linkervoet de bus uit. Dit moest toch geen enkel probleem zijn. Als hem dit een week zou lukken, zonder fouten, dan was het duidelijk dat hij de baas was over zijn leven. Waarom zou zoiets simpels anders fout kunnen gaan?
Toch gebeurde in die week iets vreemds. Heel vaak ‘vergat’ de man om met de juiste voet de bus in of uit te stappen. Zoiets simpels, en toch lukt het hem maar niet om het consequent te doen. En het vreemde was dat die keren dat hij het vergat, hij iemand plotseling moest helpen, of beleefd en netjes voor iemand wilde zijn. Zo kwam op de eerste dag een vrouw gehaast aangerend naar de bus. De man hield zoals het hoort de bus tegen en liet de vrouw voor hem instappen. Hij liep snel achter haar aan zodat de bus kon vertrekken. Maar vergat daarbij met zijn rechtervoet als eerste de bus in te stappen. Gelukkig had hij bij het uitstappen weer een kans om het ‘goede’ te doen. Maar bij het uitstappen was de man zo in gedachten verzonken dat hij er geen erg in had dat hij met de verkeerde voet uitstapte.
Dag twee stond achter hem bij de bushalte een vrouw met een kinderwagen. Normaal stond ze daar nooit. Natuurlijk hielp hij haar en de kinderwagen naar binnen toen de bus was gearriveerd, maar hierdoor vergat hij zijn voornemen. En zo ging het de gehele week. Het aantal keren dat hij vergat om met de juiste voet in of uit te stappen was groter dan de keren dat het goed ging.
Was het toeval dat net die week hij zo vaak zijn voeten vergat? Was het toeval dat hij net die week zo vaak werd afgeleid? Wat die week in ieder geval duidelijk werd, was dat de man maar heel weinig controle had over zijn eigen bewegingen en gedachten. Sterker nog, het merendeel van wat zijn lichaam en gedachten deden, daar had de man geen controle over. Hij was niet de bestuurder van zijn lichaam en hersenen, maar meer de passagier. Hij schrok van hoe weinig hij in controle was.
Maar behalve een innerlijk gebrek aan controle, gebeurde er die week ook veel externe gebeurtenissen die aantoonden hoe weinig controle hij had. Zat er ‘iets’ achter al deze externe gebeurtenissen? En wilde dit ‘iets’ met al die afleidingen duidelijk maken hoe weinig controle hij had over zijn leven? Of, omdat de meeste afleidingen gebeurde doordat de man andere mens kon helpen, wilde het ‘iets’ aantonen dat de man niet met zoiets futiel als zijn voeten het ‘iets’ moest uitdagen? De man had geen antwoorden op al deze vragen. Wel was hij na die week iets bescheidener en nederiger geworden.
Probeer zelf maar eens wat deze man deed. Kies iets simpels en probeer dit consequent een week te doen. Het kan iets simpels zijn als elke dag met je rechtervoet door een deur te lopen en met je linkervoet er uit. Of heb je alle vertrouwen in je eigen controle over je leven en wil je het jezelf iets moeilijker maken? Kies dan voor een test als nooit meer een zin beginnen met “ik”, of altijd “dankjewel” zeggen voordat je een hap of een slok neemt.
Hij heeft natuurlijk controle over het feit of hij mensen helpt of niet…dus ook controle over waar die voet staat in zijn prioriteitenlijstje