Stadia van ontwikkeling
Wat hebben de 18de eeuwse econoom Alexander Tyler, het hoofd van de Illuminati Adam Weishaupt en ondergetekende met elkaar gemeen? Het antwoord is hun filosofie dat elke civilisatie door een aantal stadia gaat.
In dit artikel zal ik hun theorieën kort samenvatten en tevens mijn theorie aan u presenteren. Ik ga er vanuit dat u zelf verbanden kan leggen tussen de verschillende theorieën en de ontwikkelingen in onze hedendaagse maatschappij. Ik zal ook kort daar waar het kant de rol en functie van de vrijmetselarij toelichten. Het klinkt waarschijnlijk allemaal wat ambitieus en dat is het ook. Ik presenteer hier alleen maar wat theorieën en ik pretendeer niet dat ze de waarheid zijn, of dat ze ook maar daarbij in de buurt komen. Maar hopelijk bieden deze theorieën genoeg stof tot verder nadenken en discussiëren
Alexander Tyler
In 1778 bedacht Tyler dat een democratie nooit kan bestaan als een permanente vorm van staatsbestuur. Volgens hem kan democratie bestaan totdat de kiezers ontdekken dat ze met hun stem geld uit de publieke pot kunnen halen.
Wanneer dat gebeurt zal de meerderheid altijd kiezen voor de kandidaat die hen het meeste geld belooft. Hierdoor zal een democratie altijd instorten door een slecht fiscaal beleid, gevolgd door een dictatuur.
Volgens Tyler is de gemiddelde leeftijd van werelds grootste civilisaties tweehonderd jaar, en hebben deze beschavingen zich ontwikkeld in negen stappen:
Fase I: Van slavernij/knechtschap naar spiritueel geloof
Fase II: Van spiritueel geloof naar moed en volharding
Fase III: Van moed en volharding naar vrijheid
Fase IV: Van vrijheid naar overvloed
Fase V: Van overvloed naar zelfzucht
Fase VI: Van zelfzucht naar gelatenheid
Fase VII: Van gelatenheid naar apathie
Fase VIII: Van apathie naar afhankelijkheid en
Fase IX: Van afhankelijkheid terug naar slavernij/knechtschap
Volgens Tyler zou Nederland ongeveer in fase 6 zitten en de Verenigde Staten in fase 7.
Adam Weishaupt
En andere persoon die geloofde in een vaststaande volgorde waar een beschaving doorheen gaat, was de oprichter en hoofd van de Beierse Illuminati en vrijmetselaar Adam Weishaupt. Volgens Weishaupt doorloopt een beschaving een bepaalde cyclus die bestaat uit vijf stappen:
Unordnung -Seizoen van Chaos
Zweitracht – Seizoen van Tweedracht
Verwirrung – Seizoen van Verwarring
Beamtenherrschaft -Seizoen van Bureaucratie
Grummet – Seizoen van Naspel
De vijf seizoenen van Weishaupt vertonen sterke overeenkomsten met het systeem van Hegel en Marx verdeeld in thesis, antithesis, synthesis, parenthesis en paralysie.
Het eerste stadium, Unordnung of Chaos, is het punt waarvan alle civilisaties ontstaan en waar ze weer naartoe keren. Het is de natuurlijke conditie van de mensheid en is daarom volgens de Illuminati de fundamentele Thesis. Weishaupt associeerde dit stadium met de godin Eris en met andere godinnen, van Isis tot Ishtar en van Kwannon tot Kali, en dus met het vrouwelijke principe Yin.
Een civilisatie in dit stadium werkt als het ideale zelforganiserend systeem. Europa bevond zich in dit stadium met de Danubische cultuur, zo genoemd omdat de meeste overblijfselen gevonden zijn langs de rivier Danube. Volgens archeologen was de Danubische cultuur agricultureel, pre-stedelijke, aanbad het een vrouwelijke in plaats van een mannelijke god, was mystiek en magie een wezenlijk onderdeel van hun wereldbeeld, en hebben ze nooit iets wat lijkt op een regering bedacht.
De Minoische samenleving, de pre-Chou periode in China, en veel indianenstammen leefden of leven in een Unordnung-achtig sociaal framewerk. Vaak ziet een samenleving die zich in dit stadium bevindt de aarde als iets levends en oneindigs en er wordt weinig belang gehecht aan individueel bezit. Autoritaire mensen verafschuwen dit stadium van sociale anarchie en wetteloosheid.
Doordat dit een dynamische en geen statische samenleving is, evolueert het op een bepaald moment naar het tweede stadium.
Het tweede stadium, Zweitracht, begint met het verschijnen van een heersende of regerende klasse die de rest van de groep onder controle wil houden. Dit is de Antithesis van chaos en leidt direct tot een tweedracht wanneer de onderdanige klasse ontdekt dat haar belangen niet hetzelfde zijn als de belangen van de heersende klasse.
Dit stadium hangt samen met mannelijke goden zoals Osiris en Jehova, en het mannelijke principe Yang. In dit stadium worden grenzen bepaald (zowel geestelijk als materieel in de vorm van het veroveren en verdelen van grond), en legt één man of één groep zijn wil op aan alle anderen. Meestal wordt in dit stadium de aarde gezien als plat en begrensd en wordt er veel belang gehecht aan het opdelen van de aarde in stukjes (uiteraard tussen andere heersende klassen). Hierdoor vervalt de heersende klasse al snel in het onderling vechten over minuscule stukjes grond.
In tegenstelling tot Marx was Weishaupt van mening dat de strijd in een Zweitracht periode niet komt door het conflict tussen grondeigenaren en grondbewerkers, maar tussen verschillende groepen grondbezitters onderling over wie het meeste grond kan vergaren.
De periode van Zweitracht wordt vaak in geschiedenisboeken opgehemeld als een periode van Verlichting en Vooruitgang. Het zijn jaren van expansie en het ontdekken van nieuwe groepen mensen om te onderdrukken, te civiliseren, en te veranderen in belastingbetalers en rentebetalers. De ergste slachters en veroveraars worden bestempeld als de helden van de mensheid.
Het conflict tussen grondbezitters leidt op een bepaald moment naar het derde stadium.
Het derde stadium, Verwirrung, ontstaat wanneer een poging wordt gedaan om een balans of Synthesis te bereiken. Dit stadium hangt samen met goden als Loki, Mercurius (god van de dieven), Lucifer, Thoth (in zijn rol van bedrieger), en andere goden van illusie en deceptie.
Dit stadium is een poging om de natuurlijke staat terug te brengen via onnatuurlijke middelen. Er wordt geprobeerd om de heersende klasse omver te gooien. Het is het tijdperk van opstanden, revoluties en tirannen die keer op keer opkomen en weer ondergaan.
Mensen volgen nog steeds klakkeloos leiders, maar nu zijn het de jonge rebellen die vechten tegen de oude garde voor hun plek in de rangorde. Doordat de synthesis tussen Unordnung en Zweitracht die in deze periode bevochten wordt onecht en onnatuurlijk is, komt hieruit voort het vierde stadium.
Het vierde stadium, Beamtenherrschaft, is het tijdperk van de bureaucratie waar elke handeling, transactie en beweging wordt genoteerd, geregistreerd, geteld, genummerd, gemeten, geautoriseerd, en gecorrigeerd. Het is het stadium waar zij-die-wat-kunnen worden tegengehouden door zij-die-niets-kunnen.
Het is een tijd van ketterij- en hekserijvervolgingen. Een tijd van ecologische vernieling doordat puur abstracte denkers proberen de organische natuur te controleren. In het tijdperk van bureaucratie vindt veel activiteit plaats, allemaal tot in de kleinste details gepland, doorberekend, en genoteerd, maar altijd te laat af, te duur en slecht gedaan.
Het is het tijdperk waar niets mag tenzij het expliciet wordt toegestaan. De last van alwetendheid op de schouders van de heersende klasse wordt ondragelijk, en de meeste heersers vluchten in een fantasiewereld waarbij ze reusachtige gebouwen en andere peperdure prestige projecten beginnen terwijl de pijlers van sociale solidariteit langzaam wegrotten.
Hoewel er blunders op blunders worden gemaakt kunnen er nooit verantwoordelijke individuen gevonden worden omdat alles in comités wordt bepaald. Wanneer een individu iets gedaan wil krijgen, verdwaalt hij een in een doolhof van papierwerk en regels. Zoals eerder gezegd wordt de last van alwetendheid te groot voor de heersende klasse en de nieuwe machthebbers worden zij die de regels opstellen, opschrijven en interpreteren. Het is het tijdperk van de advocaten en grote ondernemingen.
Dit stadium zal op een bepaald moment overgaan in het vijfde stadium.
Het vijfde stadium, Grummet, vertegenwoordigt de overgang terug naar Chaos. De bureaucratie verstikt in haar eigen papierwerk en de mensen worden wanhopig en cynisch. De periode van Grummet begint met een sterke opkomst van magiërs, oplichters, hippies, kabouters, sjamanen, goeroes, komieken en andere chaotische krachten.
Het is een periode van paralysie omdat er objectief gezien niet veel gebeurt. Subjectief gezien gebeurt er heel veel omdat een nieuwe cyclus onbewust wordt voorbereidt. Het is het tijdperk van het feminisme en een hernieuwde belangstelling voor kleine groepen zoals stammen, communes, vrienden en familie. De macht van allesoverheersende en alwetende mannelijke overheersers neemt snel af. Het mannelijke en het vrouwelijke principe komen eindelijk weer samen.
Volgens het systeem van Weishaupt zou Nederland zich nu ergens tussen seizoen 4 en 5 zitten.
Groeifasen
Een andere mogelijk indeling van de stappen die elke civilisatie doorloopt, kan mogelijk dichter bij huis gevonden worden dan de afstandelijke fases van Tyler en Weishaupt. Een complex iets als een civilisatie neemt mogelijk eigenschappen over van datgene waar het uit bestaat, namelijk mensen. Hierdoor wordt het zelf een organisch wezen. Een civilisatie doorloopt dezelfde stadia als een individueel mens, namelijk die van:
Baby
Kind
Puberteit
Volwassenheid
Ouderdom
De babyfase van een civilisatie is het tijdperk van zonnepriesters, koningen, keizers en tirannen. De bevolking is hulpeloos, zwak en voornamelijk bezig met het zoeken naar eten en andere essentiële middelen om te overleven. De fysieke bewegingsvrijheid van het individu is zeer beperkt.
De overheersers nemen de rol op zich van alwetende, door God aangewezen opvoeders en krijgen dan ook vaak de titel als “vader van het volk”. Zij beschermen de hulpeloze bevolking tegen allerlei – al dan niet denkbeeldige – gevaren zowel intern als extern. De ontwikkeling van het individu wordt tot in detail gestuurd en gecontroleerd door de machthebbers en er is geen sprake van een eigen inbreng of erkenning van de uniekheid van het individu.
De machthebbers hechten geen belang aan de geestelijk ontwikkeling van het volk en daardoor is een civilisatie in de babyfase sterk gericht op landbouw, voedselproductie en het leger. Spiritualiteit is vaak gebaseerd op de onbekende kracht van de natuur en spiritualiteit in de vorm van religie is onpersoonlijk en wordt gebruikt om de bevolking te onderdrukken en in bedwang te houden.
In de kindfase van een civilisatie worstelt de bevolking zich los van de verstikkende omhelzing en totale verzorging door de machthebbers. De allesoverheersende klasse wordt vaak omver geworpen en een minder allesoverheersende klasse komt daarvoor in de plaats (bij kinderen is dat van de ouders naar de groep).
Het individu krijgt door technologische vooruitgang meer bewegingsvrijheid waardoor het zich kan gaan ontwikkelen. De nieuwe heersende klasse heeft nog steeds veel macht en krijgt nog steeds de rol van alwetende ouder, maar ze worden niet meer gezien als goddelijk. De machthebbers mogen alleen nog sturen en leiden, maar niet meer tot in detail controleren.
Een civilisatie in de kindfase is sterk gericht op persoonlijke ontwikkeling (zolang het past binnen de groep) en het vergaren van materiële bezittingen. Hierdoor wordt deze fase vaak gezien als de “Gouden Eeuw” van een civilisatie. Spiritualiteit wordt rationeler, objectiever en minder overheersend.
Spirituele broederschappen zoals de die van het Rozenkruis, de alchemisten en de vrijmetselarij verschijnen en bieden een rationele en tegelijk subjectieve methode van mystiek en magie aan als alternatief voor de dogmatische en starre maatschappelijke religie. De natuur wordt gezien als iets dat misbruikt en veroverd mag worden.
In de puberteitsfase heeft een civilisatie zich voldoende ontwikkeld dat het kritisch naar de rol van de machthebbers gaat kijken. Door technologische vooruitgang heeft men een bredere kijk op de wereld gekregen waardoor men leert dat hun eigen machthebbers en die van andere samenlevingen helemaal niet alwetend zijn.
Sterker nog, de mensen aan de macht maken er vaak een zootje van omdat ze het allemaal ook niet weten. Ze zijn eerder op zelfverbetering uit dan op de verbetering van de samenleving. Dit besef maakt dat grote groepen in de samenleving cynisch en apathisch worden of nieuwe grenzen gaan opzoeken.
Individuele vrijheid wordt het allerbelangrijkste en zij die deze vrijheid tot in excessen tentoonspreiden worden gezien als helden en voorbeeldfiguren. Rationele religie en spiritualiteit krijgen een minder aanwezige plaats en cynisch stapt men over naar meer irrationele spiritualiteit, liefst uit verre en exotische culturen. De natuur wordt gezien als belangrijk en het beschermen waard.
In de volwassenheidsfase van een civilisatie heeft het ontdekt dat persoonlijke verantwoordelijkheid en een aantal gezamenlijke normen en waarden essentieel zijn voor een gezonde samenleving. De vrijheid van het individu is nog steeds zeer belangrijk maar stopt daar waar het de individuele vrijheid van anderen aantast.
Er zijn geen machthebbers meer maar een overheid die waar nodig stuurt en de collectieve belangen behartigt. Door technologische vooruitgang gaat men weer terug naar het leven in kleine, zelfsturende groepen. Religie neemt nog steeds een kleine plaats in de samenleving in en wordt persoonlijker, magischer en mystieker.
Spirituele stromingen verliezen hun maatschappelijk rol. Door het leven in kleine groepen krijgt de natuur weer een belangrijke plaats en wordt het gezien als iets essentieels waar in harmonie mee moet worden omgegaan.
In de ouderdomsfase van een civilisatie is door de vergaande individualisering de nationale productiviteit en activiteit gedaald waardoor het economisch en geestelijk verzwakt is. Deze zwakheid zorgt ervoor dat er een nieuwe heersende klasse komt (vaak een civilisatie in de puberteitsfase) die de overgebleven rijkdommen in handen krijgt en de rol aanmeet van verzorgende ouder.
De civilisatie richt zich sterk op het verleden en de grootsheid die het ooit had in haar “Gouden Eeuw”. Deze nostalgische gevoelens zorgen ervoor dat er veel belang wordt gehecht aan het verdedigen van “hun manier van leven”. De civilisatie wordt steeds afhankelijker en de machthebbers krijgen steeds meer de rol van alwetende, door God aangewezen leiders.
Subjectieve spiritualiteit wordt minder belangrijk en een maatschappelijk bepaalde religie neemt weer de overhand. Op een gegeven moment (vaak wanneer de economie instort) belandt de civilisatie weer in de babyfase, waarnaar de hele cyclus van voren af aan begint.
In tegenstelling tot het systeem van Tyler of Weishaupt doorloopt een civilisatie in dit systeem niet alle stappen van een cyclus. Net als bij een mens kunnen er ontwikkelingsachterstanden of een scheve ontwikkeling ontstaan. Zo is de Verenigde Staten begonnen in de kindfase, te lang in de puberteitsfase blijven hangen en stapt nu gelijk door naar de ouderdomsfase.
Nederland bevindt zich in de puberteitsfase nadat het zich redelijk gebalanceerd ontwikkeld heeft in alle voorgaande fases. Hopelijk zorgt de onzekerheid van de puberteit ervoor dat we zonder veel problemen volwassen worden, niet terugdeinzen van onze verantwoordelijk en niet vluchten in ouderdom, apathie en seniliteit.
Dit is op Jusd herblogd.