Alchemie en de Arabische hermetische traditie
Het Engelse woord ‘alchemie’ is afgeleid van het Arabische al-kīmiyāʾ, zelf een leenwoord van het Syrische kīmīyā dat op zijn beurt is ontleend aan het Griekse χημεια, wat ‘de kunst van het gieten van metalen’ betekent.
De vroegst bewaard gebleven alchemistische teksten in het Westen, die in het Grieks zijn geschreven, gebruiken het woord ‘χημεια’ bijna nooit en verwijzen naar de praktijk als ‘Het Werk’, ‘De Goddelijke of Koninklijke Kunst’ of ‘Het maken van goud’. Een grote hoeveelheid van deze Griekse geschriften werd in de 8ste en 9de eeuw in het Arabisch vertaald.
Alchemie
De grondbeginselen van de Arabische alchemie zijn enigszins obscuur, aangezien er relatief weinig manuscripten bewaard zijn gebleven. Terwijl de Griekse term ‘χημεια’ aanleiding heeft gegeven tot ons woord ‘chemie’, is zijn Arabische afgeleide verantwoordelijk voor de term ‘alchemie’.
Deze etymologische geschiedenis laat zien hoe wetenschappelijke kennis zich in de middeleeuwen vanuit de hoogontwikkelde en verfijnde Arabische wereld naar Europa verspreidde, via schrijvers en vertalers zoals Abélard van Bath.
Sommige deskundigen denken dat ‘alchemie’ is afgeleid van het Egyptische kême, de oudste officiële naam voor Egypte, wat ‘zwart’ betekent, een verwijzing naar de ‘zwarte aarde’ van heel Egypte. Het rijke akkerland aan weerszijden van de Nijl, dat aanleiding gaf tot de oude Egyptische cultuur, werd de basis voor de identificatie van Egypte als het land van speciale esoterische kennis.
Deze kennis was in het bezit van de Egyptische priesters en was niet beschikbaar voor het gewone publiek. De kennis leerde dat het spreken van de juiste woorden en het toepassen van de juiste mix van magische drankjes fysieke, psychologische en spirituele verandering teweeg kon brengen. Dergelijke geheimen moesten uiteraard streng worden bewaakt.
Historisch gezien werd alchemie relatief gemakkelijk opgenomen in de westerse religieuze tradities. In Hellenistisch Egypte, waar beoefenaars van alchemie vertrouwd waren met de Griekse versie van de Bijbel, werd de wetenschap van alchemie geassocieerd met bijbelse profeten, te beginnen met Adam en doorgegeven via Seth, Noach, Abraham enzovoort.
Volgens de vrouwelijke alchemist Maria de Jodin had alleen ‘het zaad van Abraham’ het recht om zich te verdiepen in de mysteries van de alchemie.
Steen der Wijzen
Vanuit christelijk oogpunt symboliseert de steen der wijzen – die onedele metalen in zilver en goud verandert – Christus. Aangezien elke pre-islamitische kunst of wetenschap werd opgevat als een wijsheid die was geërfd van eerdere profeten, beschouwden de Arabieren de wetenschap van de alchemie als afgeleid van mythische wijsgeren, zoals Hermes. Maar als moslims wilden ze deze wetenschap interpreteren als voortkomend uit de heilige traditie van de islamitische openbaring.
Dit deden niet alleen islamitische schrijvers, maar schrijvers uit alle drie de Abrahamitische tradities. Ze wilden allemaal aantonen dat de Semitische profetische traditie de aanleiding was tot alle vormen van wijsheid en wetenschap, met inbegrip van de Egyptische, Perzische en Chinese tradities en de Griekse filosofie.
Hermes Trismegisus
Algemeen werd aangenomen dat de wetenschap van de alchemie afkomstig was van Hermes Trismegisus, de ‘driemaal grootste Hermes’. Zijn titel van ‘driewerf grootste’ is bedacht door onbekende wijsgeren, die in de eerste eeuwen van onze jaartelling in Romeins Egypte woonden en in de Griekse taal schreven.
De titel is gebasseerd op een oude Egyptische titel van Thoth, namelijk ‘de grootste en grootste grote god’, die in het Grieks werd geschreven als “megistos kai megistos theos megas“. Deze titel zorgde ervoor dat Egyptische Hermes niet werd verward met de Griekse Hermes.
In de Hellenistische traditie werd Hermes Trismegistuss geïdentificeerd met de Egyptische god Thoth (‘Hij die is als de ibis‘), de God van kennis en wijsheid, boodschapper van de goden/onderwereld, uitvinder van het schrift, de auteur van alle wetenschappelijke werken, religie, filosofie en magie en alle priesterlijke kunsten en wetenschappen.
De Arabieren daarentegen schilderden Hermes af als een mythische Egyptische wijsgeer, die vóór de zondvloed de menselijke religie stichtte, opsteeg naar de hemelse sferen van de planeten en vervolgens terugkeerde om zijn volk te onderwijzen in de heilige kunsten en wetenschappen, in het bijzonder astrologie, alchemie en geneeskunde.
Idris
Hermes werd door de Arabieren geïdentificeerd met de koranfiguur van Idrīs (beschouwd als identiek aan de bijbelse figuur van Henoch, de grote leraar van de mensheid). Idrīs is in de islamitische traditie een belangrijke profeet zoals Mozes, Jezus en Mohammed. Idrīs zou, net als de Egyptische god Thoth, de eerste zijn geweest die de wetenschap van taal en schrijven en de studie van boeken (dars al-kutub) aan de mensheid gaf.
De leringen van Hermes werden volgens sommige legenden doorgeven door alle grote filosofen, waaronder Pythagoras, Socrates en Plato. Andere legenden zeiden dat de wijsheid van Hermes na de zondvloed werd herontdekt op groene stenen tabletten die verborgen waren in Egyptische tempels of in ondergrondse tunnels. Hermes was niet zijn echte naam maar een eretitel zoals de Romeinse titel ‘Caesar’ of de Perzische titel ‘Khusraw’.
Zijn bijnaam van ‘Trismegistus’ werd uitgelegd als drie afzonderlijke personen die verbonden waren met Egypte:
- Er was een Hermes van vóór de zondvloed, die de profeet Idrīs was, in Egypte woonde en de piramides bouwde
- Er was een Hermes van na de zondvloed, die in Babylon woonde, de oorspronkelijke wetenschappen deed herleven en de leraar was van Pythagoras; en
- Er was een latere Hermes, die in Egypte woonde, schreef over verschillende wetenschappen en kunsten, waaronder de alchemie, en de leraar was van Asclepius.
De Arabische schrijver Ibn al-Nadīm (d. 380/990) schreef:
“De beoefenaars van de kunst van de alchemie, de kunst van het produceren van goud en zilver uit andere mineralen, beweren dat de eerste persoon die over de wetenschap van de alchemistische kunst sprak de wijze Hermes de Babyloniër was, die naar Egypte emigreerde toen de mensen uit Babylonië werd verdreven en heerste over Egypte. Hij was zowel een wijze leraar als een filosoof. Hij initieerde de kunst (van de alchemie) en schreef talloze boeken over het onderwerp.“
Ibn al-Nadīm gaat verder met het geven van andere versies van wie Hermes zou kunnen zijn. Hij brengt Hermes in verband met de piramides, en geeft dan een lijst van beoefenaars die over het onderwerp hebben geschreven (inclusief Zoroaster en Pythagoras) en degenen die volgens hem het mysterieuze ‘levenselixer’ hebben ontdekt.
De Ikhwān al-Ṣafāʾ (Broeders van Zuiverheid) leerde dat:
“Hermes Trismegistos, die ook de profeet Idrīs was, opsteeg naar de sfeer van Saturnus en daar dertig jaar verbleef, totdat hij getuige was geweest van alle toestanden van die hemelse sfeer. Daarna daalde Hermes af naar de aarde en instrueerde hij mensen in astrologie.“
Latere schrijvers zoals Jalāl al-Dīn al-Suyūṭī (gestorven 911/1505) volgden ook deze oude traditie van het identificeren van Idrīs met Hermes. De bijnaam ‘driemaal grootste’ (Trismegistus) werd vertaald in het Arabisch als almuthallath bi-al-ḥikma‘ (‘drievoudig groot in wijsheid’ of ‘driemaal wijs’). De titel verwees naar het feit dat Hermes een profeet, koning en wijsgeer was, en dat ‘hij lood tot glanzend goud kon maken’.