De drie filosofen

De drie filosofen is de titel van een schilderij toegeschreven aan de Renaissance-schilder Giorgione. Er zijn verschillende interpretaties over wat er op het doek wordt getoond.

Een interpretatie is dat het schilderij de chronologische overdracht toont van kennis van de Griekse filosofie, via Arabische vertalingen naar de westerse Renaissance. Een andere duiding is dat het schilderij de leeftijden of de groeifasen van de mens toont; van jeugd naar volwassenheid naar ouderdom.

In dit artikel geven we een derde interpretatie, namelijk die van de drie graden van inwijding die we onder andere tegenkomen in de vrijmetselarij.

De drie stappen van inwijding

Filosoof 1: Kijk naar binnen (psychologie, de materiële wereld)
Als je goed kijkt dan zie dat de drie filosofen elk op een ander niveau staat. De jongeman zit op de bovenste trap en hij kijkt (terug?) naar een grot. Hij kijkt richting het westen. De plek waar de zon ondergaat. De donkere grot kunnen we symbolisch zien als het onbewuste, of als de steengroeve uit de vrijmetselarij of het alchemistische VITRIOL (Visita interiora terrae, rectificando invenies occultum lapidem).

Opmerkelijk is dat de jongeman geen interesse heeft in de andere twee mannen. Hij is geheel gefixeerd op de grot. Hij draagt groene kleding. Groen staat symbolisch voor zowel wijsheid (die hij moet opdoen) als het aardse (waar hij afstand van moet nemen). In zijn handen heeft hij een winkelhaak; het instrument om een rechte hoek te meten (zijn moreel gedrag).

Door in zichzelf te keren tracht deze jonge filosoof te ontdekken wie hij werkelijk is. Hij dient ‘het licht te ontdekken dat schijnt in de duisternis’. Of zoals het verwoordt wordt in de allegorische beeldtaal van de vrijmetselarij probeert deze jongeman, door in zichzelf te keren, in de ruwe steen de zuivere kubiek te ontdekken. Hij is meer dan hij dacht. Zijn diepste innerlijke diepten zijn onbekend, maar ook zijn hoogste innerlijke hoogten. 

Hij dient te leren om getrouw te zijn aan zichzelf. Maar daarvoor dient hij eerst te leren, en te ervaren, wie hij echt is. In het duister van zijn innerlijke grot dient hij te reizen langs de kronkelpaden van zijn ziel. Om al doende zichzelf te leren ontdekken en om tot de noodzakelijke inzichten te komen die hem in staat stellen om te groeien.

De jonge filosoof dient beetje bij beetje, worstelend en regelmatig vallend, afstand te nemen van zijn diepste diepte door zich te ontdoen van de scherpe kantjes van zijn persoonlijkheid. Al heeft hij alleen nog maar de intentie. Dat is in deze fase voldoende. Hij dient zich te richten naar boven en de weg hier naar toe te rechten. Ook hierbij is de intentie voldoende.

Filosoof 2: Kijk naar buiten (filosofie, de geestelijke wereld)
De ‘middelbare leeftijd’ man met het Arabische uiterlijk staat op het tweede niveau. Hij kijkt naar de derde persoon, hij heeft geen gereedschap. Hij luistert naar de wijze oude man. De man heeft zijn blik gewend naar het oosten, waar de zon opkomt, maar hij staat pas halverwege.

De blik van deze tweede filosoof naar zijn medemens geeft zijn plicht aan jegens zijn medemens. Met zijn verworven wijsheid dient hij zijn medemens tot steun te zijn. Door te geven wat hij bezit, tracht de tweede filosoof deze plicht na te komen. In deze fase dient de filosoof zijn taak in de wereld te verrichten met voorbijzien van zichzelf, daarbij zijn liefde tot de medemens tot ontplooiing brengend. Hierdoor zal hij tweedracht, vooroordeel en achterdocht teniet doen gaan.

De tweede filosoof is gekleed in een rode jas. Rood staat voor de eindfase van het alchemistische proces. Het geeft aan dat hij door innerlijke purificatie schoon ‘gebrand’ is om de laatste fase in te gaan.

Filosoof 3: Kijk naar boven (theosofie, de goddelijke wereld)
De derde filosoof, die de gouden jas van de filosoof-koning draagt, heeft in zijn hand een passer. Hiermee kan hij de reikwijdte van de hemel meten, zoals te zien is op de maan die afgebeeld staat op het papier dat hij in zijn handen houdt. Hij heeft het hoogste niveau bereikt, maar daardoor staat hij op het laagste niveau.

De derde filosoof is gericht op het Hogere. Zijn plicht is het om zich te onderwerpen aan het harmonische goddelijke plan en deze te helpen uit te voeren, in zowel zijn innerlijke wereld als de uiterlijke wereld. Want als hoogste filosoof weet hij dat deze twee werelden hetzelfde zijn. Hij weet dat het licht schijnt in de duisternis. En daarom is hij bereid om het hoogste offer te brengen waartoe de mens in staat is. Terugkerend uit het oosten, kijkt hij weer naar het westen. Wetend dat dit de wereld waar hij het licht, opgedaan in het oosten, naar toe dient te brengen.

Conclusie

Het schilderij biedt nog veel meer stof voor andere interpretaties. Bovenstaande mystieke interpretatie zou ook nog veel verder uitgediept kunnen worden. Wat zie jij in het schilderij? Laat het ons weten in een reactie hieronder.

Abonneer
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

2 Reacties
oudste
nieuwste meest gestemd
Inline Feedbacks
Bekijk alle opmerkingen
Anne Weijer
Anne Weijer
6 jaren geleden

Ik zie er vooral een alchemistische betekenis in. De jongeman geeft een situatie van onwetendheid aan: hij zit en weet nog niet wat hij met de winkelhaak moet beginnen. Hij kijkt wel de grot in, maar daar is slechts duisternis. De z.g. negredofase.
De man in zilver/rood geeft wetendheid aan. Hij staat en kijkt naar binnen, volkomen in zichzelf gekeerd. De albedofase en al kleurend naar rood.
De oudere man vertegenwoordigt wijsheid. Hij heeft alles overdacht en het opgeschreven. Van lood naar zilver naar goud. Hij heeft de geest uit de stof bevrijd.