De Erfenis – een soefi verhaal
Een man stierf ver weg van zijn huis. In het deel van zijn testament waar hij erfgenamen kon noemen, liet hij deze zin opnemen: “Laat de gemeenschap waar mijn huis zich bevindt nemen wat ze voor zichzelf willen, en laat ze aan Arif de Nederige geven wat ze wensen.”
Arif was in die tijd nog een jonge knul die veel minder gezag had in de gemeenschap dan wie dan ook. Daarom namen de oudsten alles uit het huis van de overleden man wat ze wilden, en ze gaven Arif slechts een paar onbenullige en waardeloze kleinigheden die niemand anders wilde.
Vele jaren later ging Arif, uitgegroeid tot een krachtige en wijze man, naar de gemeenschap om zijn erfenis op te eisen.
“Dit zijn de spullen die we u hebben toegewezen in overeenstemming met het testament”, zeiden de oudsten. Ze hadden niet het gevoel dat ze zich iets hadden toegeëigend, want hen was opgedragen te nemen wat ze wilden.
Midden in de discussie die ontstond, verscheen plotseling een onbekende man met een ernstig voorkomen en een gezaghebbende uitstraling.
Hij zei: “De bedoeling van het testament was dat je aan Arif zou geven wat je voor jezelf wenste, want hij kan er het beste gebruik van maken.”
Door de verklaring van deze man, waren de oudsten in staat de ware betekenis te zien van de zin: “Laat ze aan Arif geven wat ze wensen.”
“Weet”, vervolgde de onbekende man, “dat de erflater stierf terwijl hij niet in staat was zijn eigendom te beschermen. Hij wist dat wanneer hij Arif zijn erfgenaam zou maken, zijn meest waardevolle bezit door hebberige mensen in de gemeenschap zou zijn toegeëigend. Het zou veel onenigheid hebben veroorzaakt. Dus vertrouwde hij het aan u toe, wetende dat als u dacht dat het uw eigendom was, u er goed voor zou zorgen. Daarom bedacht hij een slim plan voor het behoud en de overdracht van deze schat. Nu is de tijd gekomen dat het weer naar zijn rechtmatige eigenaar gaat.”
Zo werd de erfenis van de oude man teruggegeven aan de rechtmatige erfgenaam Arif de Nederige. De oudsten waren eindelijk in staat om de waarheid te zien.
Over dit verhaal
Idries Shah schrijft dat hij dit verhaal heeft gevonden in de boeken van de soefi-meester Ghawth ‘Ali Shah Qalandar. Shah duidt dit verhaal als volgt. De mystieke les in dit verhaal is dat mensen datgene voor zichzelf wensen wat ze eigenlijk voor anderen zouden moeten wensen.
Deze duideing is niet ongebruikelijk. Hoewel het verhaal meestal wordt verteld om te laten zien hoe een erfenis op de lange termijn in het bezit komt van een verdienstelijke erfgenaam die jarenlang niet in staat was zijn erfenis op te eisen.
Sommige soefi-meesters vertellen dit verhaal om de volgende, meer mystieke duiding : “Je hebt veel inrinsieke gaven die alleen aan jou in vertrouwen zijn gegeven. Als je dat begrijpt, dan kun je de gaven aan de rechtmatige eigenaar teruggeven.”
Er is ook nog een andere betekenis aan dit verhaal verbonden. Het Arabische woord voor erfenis is amāna. Dit woord heeft betrekking op iets dat ons is toevertrouwd. Wat definieert ons echt? In de mystiek is dit het hoogste deel van ons zelf. Het kan symbolisch worden gezien als een bepaald potentieel in ons hart dat ons door het goddelijke is gegeven. Wanneer we dit potentieel in een realiteit omzetten, dan hebben we onze missie op aarde op de best mogelijke manier volbracht.