De Druk op het Hart
Alle religieuze en esoterische stromingen hebben het ontdekken en voelen van universele liefde als kern. Universele liefde kan ervoor zorgen dat we ons ontwikkelen tot een nieuwe ondersoort, of misschien zelfs een volgende stap in onze evolutie: van homo sapiens sapiens, naar homo sapiens magister.
De vrijmetselarij wordt ook wel beschreven als: a peculiar system of morality, veiled in allegory and illustrated by symbols. Een bijzonder systeem van moraliteit verhuld door allegorie en geïllustreerd door symbolen.
Een bekende parabel gaat over hoe Wijsheid of de Waarheid (Sophia) eerst naakt in de wereld verscheen, maar toen door de mensen werd aangevallen en weggejaagd. Vervolgens kwam ze terug – gehuld in 7000 sluiers – en toen accepteerde de mensen niet alleen haar, maar gingen haar zelfs najagen.
Om de liefde te vinden in onze ritualen dienen we achter de sluiers te kijken. We moeten op zoek gaan naar subtiele verwijzingen.
De Liefde en de Leerling
In het Leerlingrituaal zien we duidelijke verwijzingen naar het hart en de liefde, hoewel in beperkte mate. Pas na gestruikeld te zijn in het leven, en na hartenpijn kan iemand na loutering – en berouw – en het in één teug geheel leegdrinken van de bittere beker een eerste schijnsel zien van het Licht.
Het Licht – de Verlichting – is alleen mogelijk na tegenslag. Want de mens krijgt jammer genoeg pas compassie na rampspoed. En geen allesomvattende liefde zonder de aanwezigheid van compassie en mededogen.
In het Engelse Leerlingrituaal zien we op het Tableau de ladder van Jacob. Deze ladder verbindt de aarde met de hemel (de Vlammende Ster) via Geloof, Hoop en Liefde. Volgens een oude uitleg is de Liefde de belangrijkste van dit trio.
De Liefde en de Gezel
Het symbool van het hart vinden we ook terug in het Gezellenrituaal. In de catechismus wordt verteld waar dit goddelijke Licht zich bevindt:
V: Waardoor werd de loge verlicht?
A: Door de Vlammende Ster, waarvan het Licht zelfs doordringt tot in de verste schuilhoeken.
V: Waarom antwoordt u mij aldus?
A: Omdat een Licht, dat schijnt in de grote ruimte van het heelal, ook schijnt in ieders hart.
In de Koran vinden we een citaat dat perfect aansluit bij de lessen in de Gezellengraad. In de Koran zegt Allah tegen zijn dienaar: “De hemel, noch de aarde kan mij bevatten. Maar het hart van mijn dienaar kan mij bevatten.”
Het hart van een mens kan het Goddelijke bevatten. Ons hart, ons kleine menselijke hart alleen, kan de grootheid van het Goddelijke – en de goddelijke liefde – bevatten.
De Liefde en Verbondenheid
Het credo van de Vrijmetselarij is om te zoeken naar wat ons verbindt en te mijden wat ons scheidt. Dat is natuurlijk mooi en goed. Maar we vergeten iets. Het is vreemd dat we naar verbintenis moeten zoeken, want we zijn immers al in onze kern verbonden. We zijn namelijk allen mens. Het is alsof je iemand oproept om op zoek te gaan naar zuurstof.
Onze essentie is hetzelfde, we hebben allemaal een vader en een moeder.
We beginnen allemaal als gelijke. Het enige onderscheidt dat de natuur aanbrengt is of we man of vrouw zijn en welk kleurtje onze huid heeft.
Al het andere onderscheid doen we zelf; wie profaan of ingewijd is, regulier of irregulier, goed of slecht, arm of rijk. Maar we komen allemaal uit de moeder. We hebben allemaal ogen, oren, handen, benen, een hoofd, longen, een hart. We zijn hetzelfde – verbonden – of we het nou leuk vinden of niet.
Dit verbond, dat gevoeld word in de allesomvattende goddelijke Liefde, verdient een eigen symbool. Gelukkig hebben we al iets dat perfect dienst kan doen. De allesomvattende liefde vind je terug in het meest voorkomende object in onze Werkplaats. Het staat in de werkplaats rondom het Tableau: Een kaars, een gewone simpele kleine kaars.
Bron van Licht
De kaars die ons licht in de duisternis geeft, lijdt daaronder. Als je je vinger op het wik legt dan brand je je vinger. We voelen dan direct de pijn. En we klagen meteen dat we ons pijn gedaan hebben. Maar de kaars klaagt niet. Hij geeft. Hij is een bron van licht.
Steek eens een kaars aan in een donkere kamer en ervaar hoe weinig kaarsen er nodig zijn om de duisternis te verdrijven.
De kaars brandt op, maar zegt niks. Lijden is het lot van de mens die op reis gaat naar zelfrealisatie en Verlichting.
De kaars tolereert niet alleen zijn lot, hij accepteert het ook. Hij tolereert en accepteert dat hij brandt, dat hij licht aan ons geeft. En na een tijd zal de kaars verdwijnen, gesmolten zijn. Hij offert zichzelf op voor anderen.
Dat is de reis naar het Oosten, de reis naar het Licht. Dit is het Hoogste Offer dat onze Meester van ons kan vragen. Door ons kunnen anderen rustig en gelukkig leven. Dit is de onvoorwaardelijke, universele, allesomvattende, goddelijke liefde.
Dit zijn de sleutels naar de Middenkamer, de Bodhi-boom, het Sanctum Sanctorum. Naar ons hart, waar we het Goddelijke – als liefde – ervaren.
Wij zijn op zoek naar Licht. Maar het Licht laat zich niet makkelijk vinden. Je moet opgeven waar je van houdt. Als je vasthoudt aan waar je van houdt, in jezelf en voor jezelf, en het niet deelt met anderen, dan zal je het Licht nooit vinden.
Het kan alleen als je geeft wat je bezit.
De Meester geeft alles.
Dan is hij niet meer de homo sapiens sapiens maar waarlijk de homo sapiens magister geworden.
Als het zonlicht is verduisterd Als het zonlicht is verduisterd door nevels gif en wolken van haat, als het water zijn zuiverheid verloren heeft en verhandeld wordt als koopwaar, als bossen overal branden, vulkanen vuur spuwen, rivieren als wild geworden reuzenslangen met hun waterstaart om zich heen slaan, eb en vloed verstoord zijn, mensen, dieren en planten overal sterven, talloze mensen zijn ontaard, de kinderen van het licht verlangen naar hun thuis, dwazen grijpen naar de macht, wijzen zich terugtrekken in het huis der stilte, ruwe taal door ontelbare schorre kelen klinkt en waarheid gevlucht is naar valleien der stilte… Lees verder »