De gnostische wortels van de vrijmetselarij
Voor haar systeem van inwijding en haar symboliek haalt de vrijmetselarij inspiratie uit verschillende bronnen en tradities. Verbanden kunnen er gelegd worden tussen de vrijmetselarij en de middeleeuwse kathedraalbouwers, de ridders van de tempel, de Royal Society, de hermetische traditie, de alchemisten en de kabbalisten.
Het verband tussen de vrijmetselarij en de gnostische scholen wordt echter vaak over het hoofd gezien. Terwijl dit misschien een duidelijker verband heeft dan sommige van bovengenoemde bronnen.
Gnostiek verwijst naar een filosofisch-mystieke school uit de oudheid waarin een ingewijde ‘gnosis’ kan bereiken. Dat wil zeggen, een directe kennis van het goddelijke. Het woord ‘gnosis’ betekent in het Grieks ‘kennis’. Gnosis is goddelijke kennis die kan worden bereikt door de studie van de natuur, door persoonlijke initiatie, en door goddelijke openbaring.
In de oudheid werden door de gnostici verschillende inwijdingsscholen opgericht waarin kandidaten werden ingewijd en onderricht in de filosofie en de psychologie. Verondersteld wordt dat de woorden ‘filosofie’ en ‘psychologie’ bedacht zijn door Pythagoras.
Dit was echter niet de filosofie en psychologie zoals wie hede ten dagen beoefenen. Het woord ‘filosofie’ betekent letterlijk de liefde (philo) voor goddelijke wijsheid (sophia). Het woord ‘psychologie’ betekent letterlijk kennis (logos) van de ziel (psyche). De gnostiek bestudeerde dus de goddelijke wijsheid en de kennis over de ziel.
Esoterische filosofie
Waarom krijgen de gnostische wortels van de vrijmetselarij zo weinig aandacht? Een belangrijke reden is dat de gnostiek in verband wordt gebracht met een soort christelijk-religieuze mystiek.
Omdat de vrijmetselarij broeders accepteert uit alle religies, moet vermeden worden dat het zich teveel bindt aan één bepaalde religie, ondanks de christelijk-joodse verwijzingen in de maçonnieke ritualen.
De gnostiek is echter niet beperkt tot het christendom of tot een andere specifieke religie.
De gnostiek kan beter beschouwd worden als een esoterische filosofie die gevonden kan worden in de essenties van bijna alle religies, en dus ook verschillende religies verenigt.
De ideeën van een gnostische christen zijn in hun kern bijna identiek aan die van een Boeddha of Boddisatva in de boeddhistische religie, van een Gnanis in het hindoeïsme, van een Arif in de islamitische traditie, en van een ‘kenner’ in de taoïstische traditie.
Om deze reden wordt aangenomen dat het gnosticisme een belangrijke invloed had op al deze religieuze filosofieën toen deze zich verspreidden tussen Egypte en Tibet. Hoewel gnostische filosofieën in het oude Griekenland, Egypte, India of Tibet op sommige punten verschillen, zijn ze in hun kern grotendeels dezelfde.
De gnostische filosoof Mani zinspeelde op deze universaliteit toen hij zei:
Mijn hoop gaat uit naar het Westen en het Oosten. Zij zullen de stem van haar lessen in alle talen horen, en zij zullen het onderwijzen in alle steden. Gnosticisme overtreft op dit eerste punt alle voorgaande religies, want zij werden opgericht in specifieke landen en in specifieke steden. Gnosticisme gaat uit naar alle steden en haar boodschap bereikt ieder land.
Licht en Duisternis
Er is veel verwarring als het gaat over het originele gnostische gedachtegoed. Veel geleerden denken nog steeds dat het gnosticisme een vorm van dualisme is waarin er een god van de duisternis is en een god van het licht, die beiden vechten over het lot van de zielen van de mensheid.
Dit is echter een zeer vereenvoudigde versie van het gnosticisme. Eentje die verbonden lijkt te zijn met moderne christelijke ideeën. Een betere opvatting over het algemene gnosticisme is dat het uitgaat van één God, die zich manifesteert in twee krachten. Deze krachten worden ‘geest’ en ‘materie’ genoemd; licht en donker, yin en yang.
Gnostici geloofden dat de wereld van de geest subtiel de wereld van de materie stuurt, zodat wij – bewuste wezens – ons spirituele potentieel kunnen ontplooien.
Door inzicht te krijgen in de goddelijke wetten die betrekking hebben op de aanwezigheid van de geest in de stof kan men tot een beter begrip van God komen. Dit ‘ah-ha’-moment, het bewust worden van Gods werk in de stoffelijke wereld, is de ‘gnosis’.
Gnostische scholen geloofden dat deze goddelijke kennis essentieel was voor de ontwikkeling van een compleet mens. Deze persoonlijke kennis van God werd door de gnostici gesymboliseerd door het licht. Gnosis is daarmee in veel opzichten vergelijkbaar met de concepten van ‘openbaring’, ‘verlichting’ en ‘nirwana’ uit andere religieuze tradities.
Ontwaken
Vanuit een gnostische oogpunt is het belachelijk om iets dat opgebouwd is uit materie te aanbidden. Dat is namelijk slechts een schaduw van een reëel geestelijk fenomeen uit het domein van het licht. Uiteindelijk moet de gnosticus zichzelf bevrijden van de illusies van gehechtheid aan de materie en de duisternis van de alledaagse wereld verlaten, zodat hij verenigd kan worden met het Goddelijke Licht van God (de Principiële Schepper).
Veelgebruikte metaforen hiervoor hebben betrekking op het ‘ontwaken uit de slaap’, of het ‘tot leven wekken van de doden’, of ‘blinden weer laten zien’.
Zo vertalen veel geleerden het oude Griekse woord ‘anastasis’ met ‘opstanding’. Maar het woord kan beter vertaald worden met ‘ontwaken’. De meeste christelijke gnostici zagen dan ook de opstanding van Jezus als een metafoor voor een ontwaken van zijn gnosis.
De hekel die de geïnstitutionaliseerde godsdiensten aan de gnostici hadden, kwam voornamelijk omdat deze niet de tussenkomst van een priester nodig hadden om God te leren kennen. Gnostici leerden het goddelijke kennen middels een reeks inwijdingen. Deze inwijdingen hielpen hen bij de ontwikkeling van het bewustzijn en leidde uiteindelijk tot gnosis.
Deel II: De gnostische wortels van de vrijmetselarij
Slot: De gnostische wortels van de vrijmetselarij
Ik vind het jammer dat hier zo stellig over het hoe en wat van gnostiek en gnosticisme wordt geschreven. Het is net als het hermetisme een vrij recent fenomeen dat in de eerste eeuwen invloed had. Het gaat ook niet over één stroming, maar over vele. Met hele verschillende invalshoeken ook.Het is terug te voeren op vermengingen van joods-, hellenistisch=, christelijk en niet christelijk gedachtegoed. Het heeft een (beperkte) positieve kant en een veel grotere negatieve kant als we beschouwen hoe deze mensen tegen het leven hier op aarde keken. De positieve adepten zagen de Demiurg (de Scheppergod) niet persé… Lees verder »
Beste Anne, Dit artikel is de eerste uit een serie. Hopelijk vind je iets meer van de nuance die je zoekt in de opvolgende delen. Ik ben het niet helemaal met je eens dat de negatieve kant veel groter was dan de positieve. Gnostici geloofden dat alles een schepping was van God en dat in alles een goddelijke vonk zat, dus ook in de stoffelijke wereld. Dit is een positieve kijk op de materie. Natuurlijk waren er verschillende gnostische scholen, en sommige stonden inderdaad erg negatief tegenover de materiële ‘gevangenis’. Maar andere gnostici zagen in dat de Schepper de stoffelijke… Lees verder »