Hoe beïnvloedt maçonniek gedrag de mensen om ons heen?

Welke rol hebben vrijmetselaren in het zijn van een positieve invloed in de samenleving? In de Loge leren vrijmetselaren allerlei lessen om verschillende werktuigen te gebruiken om (een) beter mens te worden. Maar passen vrijmetselaren die lessen ook toe wanneer ze de muren van de loge verlaten? Hebben de allegorie, de ritualen en de catechismussen voor vrijmetselaren werkelijk betekenis, zowel binnen als buiten de Loge?

Laten we drie groepen mensen overwegen terwijl we onderzoeken hoe maçonniek gedrag invloed kan uitoefenen op de wereld om ons heen. Deze groepen zijn:

1. De mensen die geen lid zijn van de Vrijmetselarij,
2. De broeders en zusters in de Vrijmetselarij, en
3. De broeder of zuster zelf.

Geen leden

De eerste groep (mensen die geen lid zijn) is degene die de Vrijmetselarij indirect probeert te beïnvloeden door middel van het maçonnieke gedrag van haar leden.

De samenleving van vandaag is gevuld met voorbeelden van afglijdende morele standaarden, het vermijden van een gevoel van verantwoordelijkheid voor iemands daden, en een neiging om te kiezen voor eigenbelang en zelfbevrediging boven inspanningen om te handelen voor het algemeen welzijn van de samenleving.

De Vrijmetselarij daarentegen wordt vaak beschreven als een broederschap die is gebaseerd op het principe van een Hoog Beginsel en de Broederschap van de Mens en die, door middel van haar allegorie en ritualen, probeert goede mensen beter te maken en daarmee de wereld een betere plek om te leven.

Als vrijmetselaren zich, individueel en collectief, onderscheiden als een broederschap die waarden promoot die gericht zijn op het verbeteren van de menselijke conditie en het algemeen welzijn van onze medemens, dan is ons potentiële impact ver reikend in zijn voordelen. Het verbetert het individu, versterkt de gemeenschap en creëert een omgeving van zorg voor onze medemens in plaats van alleen voor onszelf.

Het creëert ook een gedragspatroon waar de buitenwereld naar kan opkijken. De opmerking wordt vaak gemaakt, wanneer men verwijst naar een oningewijde man die een rolmodel in de gemeenschap is, dat “hij of zij een vrijmetselaar is zonder schootsvel.”

Het primaire doel van een loge zou moeten zijn om een sociale omgeving te ondersteunen die gevuld is met vrijmetselaren, die overal en altijd maçonniek gedrag vertonen en promoten.

Broeders en zusters

De tweede groep, broeders en zusters, zou gemakkelijk over het hoofd kunnen worden gezien wanneer we nadenken over degenen die beïnvloed worden door maçonniek gedrag. Deze groep is tenslotte ingewijd, bevorderd en verheven en heeft daardoor een eigen bewustzijn van maçonnieke gedragingen gekregen.

Maar vrijmetselaren verzamelen zich in de loge met een reden, en die wordt het best samengevat door de Eerste Opziener tijdens de opening van de loge, wanneer hij de Achtbare Meester informeert dat hij daar is om te leren zijn emoties te beheersen en om (een) beter mens te worden.

De maçonnieke reis om een goed mens beter te maken, wordt soms alleen afgelegd, maar wordt vaker gedaan met hulp en ondersteuning van de broeders en zusters. Het vermogen van vrijmetselaren om zichzelf te verbeteren wordt vergemakkelijkt wanneer ze modellen van voorbeeldig maçonniek gedrag om zich heen hebben die ze kunnen gebruiken als richtlijnen op hun reis.

Het maçonnieke gedrag dat Meester-vrijmetselaren in de loge vertonen, helpt de Leerlingen en Gezellen, evenals nieuw verheven Meesters, te begrijpen hoe zij de leringen van de Vrijmetselarij in hun daden en leven kunnen toepassen.

Het komt tot uiting wanneer vrijmetselaren een goed advies in het oor van een dwalende broeder of zuster fluisteren in plaats van hem of haar in de loge publiekelijk aan te spreken en daarmee te beschamen. Het helpt vrijmetselaren te begrijpen dat er vele toepassingen van de lessen van de Vrijmetselarij, en ze zien meer van haar vele facetten wanneer ze het maçonnieke gedrag van anderen observeren en overwegen hoe zij dat gedrag ook kunnen navolgen.

Wijzelf

De laatste groep, dat zijn vrijmetselaren zelf, wordt zeker beïnvloed door maçonniek gedrag, aangezien zijzelf de positieve voordelen ervaren van het naleven van hun maçonnieke verplichtingen en plichten, en de voldoening hebben in harmonie te zijn met hun geweten en vooruitgang te boeken op weg naar het worden van die zuivere kubieke steen die de hoeksteen vormt van hun innerlijke tempel der volmaking.

Conclusie

Vrijmetselaren hebben de richtlijnen voor maçonniek gedrag ontvangen van hun oude operatieve broeders. Vrijmetselaren zijn belast met de taak om deze levend te houden door deze gedragsregels zowel binnen als buiten de Loge te praktiseren.

Het doel van elke vrijmetselaar zou moeten zijn om voorbeeldig gedrag te vertonen dat nagebootst wordt door niet-leden, beoefend wordt door de broeders en zusters, en in hun eigen bewustzijn verankerd wordt, en dat bijdraagt aan de verbetering van de menselijke conditie en het welzijn van samenleving en wereld.