Promotie van de vrijmetselarij
Nederland heeft iets minder dan 6.000 (reguliere) vrijmetselaren. Dit is als percentage van de bevolking, vergeleken met andere landen, extreem weinig. België bijvoorbeeld heeft minder inwoners, maar bijna het dubbele aantal vrijmetselaren.
Gelukkig is de gestage daling van het ledenaantal in de afgelopen jaren een halt toegeroepen. Dankzij vele promotie-activiteiten blijft het ledenaantal nu stabiel. Maar het lukt maar niet om een gezonde groei te realiseren. Hoe komt dit? Mogelijk is er geen probleem met het ledental, maar met het imago van de vrijmetselarij.
Er broeit iets in maçonniek Nederland. En misschien niet alleen in ons kikkerlandje maar in meer landen waar de vrijmetselarij wordt beoefend. Er sluimert een debat die we de komende tijd moeten voeren. Namelijk die tussen ‘educatieve vrijmetselarij’ en ‘sociale vrijmetselarij’, of anders gezegd tussen esoterische vrijmetselarij en exoterische vrijmetselarij.
Aan welke kant van het debat een broeder ook staat, hij dient een antwoord te hebben op de vraag wat de vrijmetselarij nou eigenlijk is. Hoe definiëren we vrijmetselarij? Mogelijk is het lage ledenaantal een oorzaak van het falen om een goed antwoord op bovenstaande vraag te formuleren.
Sterker, veel vrijmetselaren zijn bang om een antwoord te formuleren. Dit is de oorzaak van de extreem doorgeschoten relativering van de vrijmetselarij. Professor Van der Sande verwoordde deze relativering in zijn beschrijving van de vrijmetselarij als “een lege doos”.
Wat de huidige situatie gecompliceerd maakt, is dat veel broeders trots zijn dat de Koninklijke Kunst leeg is. Wie durft nog een antwoord te geven op de vraag hoe de vrijmetselarij een goede man beter maakt? Wie durft te zeggen wat een ‘goede man’ is, wat ‘beter’ is en hoe de vrijmetselarij dit voor elkaar krijgt.
De Engelse definitie van vrijmetselarij is “a peculiar system of morality veiled in allegory“. Wie weet wat de moraliteit is die de vrijmetselarij uitdraagt? Te vaak is het postmoderne antwoord “wat de broeder ervan maakt”. Dit antwoord slaat alles dood en is nadelig voor het imago van de vrijmetselarij.
De broeders dienen de komende jaren te beslissen of de vrijmetselarij:
- Een filosofisch/esoterisch inwijdingsgenootschap is of
- Een sociale en charitatieve broederschap
Hoe kunnen de vrijmetselarij haar imago verbeteren en aan promotie doen, als vrijmetselaren zelf niet weten wat de vrijmetselarij nou eigenlijk is? En als vrijmetselaren geen goed antwoord formuleren op deze vraag, dan doet de buitenwereld dat wel.
Vraag aan een toevallige voorbijganger wat de vrijmetselarij is en je krijgt vaak een van drie antwoorden: weet ik veel, een samenzwering om de wereld te controleren of een chique herensociëteit om te netwerken. Eigenlijk is het eerste antwoord de minst erge.
Degene die de laatste jaren op grote schaal de vrijmetselarij heeft gepromoot is de auteur Dan Brown. En vrijmetselaren moeten hem daarvoor dankbaar zijn.
Volgens Dan Brown hebben geheime genootschappen geheimen omdat sommige van deze geheimen te ingrijpend kunnen zijn voor het collectieve bewustzijn van de mensheid. Dan Brown ziet de vrijmetselarij als zo’n geheim genootschap.
Het boek The Lost Symbol van Dan Brown was een groot probleem voor de internationale vrijmetselarij omdat vrijmetselaren plotseling vragen kregen van de buitenwereld waar ze zelf geen antwoord op wisten. Veel broeders hebben nog nooit een maçonniek boek opengeslagen of onderzoek gedaan naar de symboliek in de ritualen. De boeken van Dan Brown toonden aan dat heel weinig broeders over de vrijmetselarij op een intellectuele, filosofische of esoterische manier konden discussiëren.
Vrijmetselaren kozen voor de gemakkelijkste weg: “De vrijmetselarij is niet geheim en heeft geen geheimen”, “Onze ritualen kan je via Google vinden”, “We zijn niet eeuwenoud”, “Er is niks mysterieus aan onze afkomst”, “We zijn niet mystiek, spiritueel, ridderlijk of eeuwenoud”, “Als we al ergens van afstammen dan is het van de praktische middeleeuwse bouwgildes, en zeker niet van de mysterieuze tempeliers of piramidebouwers”, “We zijn een club waar mannen even weg zijn van de vrouw, een goed gesprek kunnen voeren, en af en toe zich verkleden voor een raar spelletje waar niemand de betekenis van weet.”
Alles is vrijblijvend, en niks heeft een definitie.
Dit zorgt voor het volgende imago bij de buitenwereld:
- Vrijmetselarij is een broederschap en geen inwijdingsgenootschap. Vrijmetselaren bewaken geen bijzondere kennis.
- Vrijmetselarij bevat geen geheimen, en zelfs als ze die had dan zijn ze alleen om een intieme sfeer te creëren.
- Vrijmetselaren nemen zichzelf en de Koninklijke Kunst niet echt serieus. Het is allemaal maar spel
- Vrijmetselarij heeft wanhopig nieuwe leden nodig
- Vrijmetselaren weten eigenlijk helemaal niet wat ze doen, en ook niet wat ze relevant maakt. In een loge kan je eigenlijk alleen een goed gesprek voeren.
- Vrijmetselaren hebben niets mystieks of spiritueel. Ze willen dat ook niet want van al dat navelstaren komt toch niks goeds.
- Vrijmetselaren geven geld aan charitatieve doelen, want tsja…. de maatschappij enzo……
Met bovenstaand imago gaan vrijmetselaren geen nieuwe leden aantrekken. En we kunnen ons afvragen of de mensen die zich wel willen aansluiten bij bovenstaande club wel de goede motivatie hebben.
Als je lid bent van een loge die weinig of niks aan instructie doet, als je weinig leest over de vrijmetselarij of filosofie of esoterie, als je functies hebt bekleed maar je niet hebt verdiept in de ritualen en symboliek, als je de vrijmetselarij ziet als een club waar mannen even zichzelf mogen zijn, als je wat meer bent gaan nadenken over de vrijmetselarij na het lezen van een boek van Dan Brown terwijl je al jaren lid bent, dan ben je de medeoorzaak van het lage ledental. Want als vrijmetselaren zelf geen interesse hebben in de vrijmetselarij, waarom zou een buitenstaander en potentieel lid wel geïnteresseerd raken?
De vrijmetselarij dient weer een esoterisch inwijdingsgenootschap te worden. Het is zorgwekkend dat de buitenstaander Dan Brown de moeite neemt om zich te verdiepen in hermetisme, kabbala, gnostiek en mystiek, en er meester-vrijmetselaren zijn die zich nog nooit verdiept hebben in Pythagoras, hermetische filosofie of sowieso in de ritualen.
Het is zorgwekkend dat Carl Jung de maçonnieke filosofie heeft gebruikt om speculatieve alchemie beter te begrijpen, terwijl de meeste broeders niet eens weten wat speculatieve alchemie is.
Zou het imago van de vrijmetselarij niet beter zijn:
- De vrijmetselarij heeft (eeuwenoude) geheimen
- Vrijmetselaren beoefenen een vorm van authentieke mystiek
- Vrijmetselaren zijn spiritueel op een manier die zo mooi, verheven en diep is dat ze het moeilijk onder woorden kunnen brengen. Ieder van haar leden komt bij de vrijmetselarij uit een innerlijke drang die onverklaarbaar is, en onderdeel van het geheim van de vrijmetselarij
- Vrijmetselaren hebben een ongelofelijke schatkist aan esoterische kennis waar ook hedendaagse broeders kennis aan toevoegen
- Niet iedereen kan lid worden.
De vrijmetselarij heeft het niet meer dan 300 jaar volgehouden omdat het een ‘lege doos’ is. Maar omdat het een diepzinnig antwoord heeft op de innerlijke drang van veel mensen naar spirituele inzicht(en). Dan Brown komt in zijn boeken dicht bij onze kern.
Als een loge niet een filosofische, esoterische, verheven bijeenkomst is van goede mannen die de vrijmetselarij bestuderen, internaliseren en koesteren, dan is het geen maçonnieke loge. De mantra die de ronde doet in de hedendaagse vrijmetselarij is dat het voor iedereen verschillend is en dat je er zelf invulling aan moet geven. Deze mantra is niet alleen incorrect, maar het slaat ook elke gedachtewisseling dood.
Vrijmetselaren hoeven echt niet allemaal kabbalisten of hermetische wijsgeren te zijn. Er wordt niet van vrijmetselaren verwacht dat ze experts zijn op het gebied van astronomie, alchemie, gnostiek of de zeven vrije wetenschappen. Maar vrijmetselaren dienen allemaal vrijmetselaar te zijn. Vrijmetselaren dienen allemaal te weten waarom ze bij de vrijmetselarij zitten en wat de tijdloze kracht is van de Koninklijke Kunst.
De vrijmetselarij kan haar leden transformeren naar betere mensen, maar alleen als die haar de plek geven die zij verdient en ze de lege doos weggooien.
Chapeau! Zeer sterk artikel. Al geloof ik dat het balanceren tussen esotorisch genootschap of maatschappelijke broederschap al langer speelt, betekent dat niet dat er hierin geen keuze gemaakt moet worden. Persoonlijk zou ik graag een combinatie van beide zien: een genootschap waarin men groeit in de esotorie – met een persoonlijke inslag maar wel degelijk een zekere vastgelegde weg via de ritualen – en een maatschappelijk broederschap die een positieve invloed heeft op de samenleving, want dit is toch de Tempel waaraan gebouwd wordt. Is er bepaalde literatuur/ zijn er bepaalde onderwerpen die u zou aanraden om in te verdiepen?… Lees verder »
Beste AveFortuna, Je hebt gelijk; de gulden middenweg is altijd het beste. Het midden tussen een esoterisch genootschap en een charitatieve broederschap. Mijns inziens is de vrijmetselarij in zijn essentie het eerste, en is het tweede een logische uitvloeisel daarvan. In de hedendaagse vrijmetselarij is lijkt het omgekeerde het geval. Een goed boek over de spirituele/esoterische kant van de vrijmetselarij is The Lost Keys of Freemasonry door Manly P. Hall: http://www.rgle.org.uk/The%20Lost%20Keys%20of%20Freemasonry.pdf Op deze pagina staan ook aan aantal zeer interessante artikelen: http://traditionalobservance.com/articles-of-interest/ Ik kan aanbevelen: Laudable Pursuit Through Ritual to Enlightenment A Philosophical Background for Masonic Symbolism Ik zie de… Lees verder »
Bedankt! Daar ga ik zeker even zoet mee zijn. 😉
ik weet het nog net zo niet met die gulde midden weg! is het niet meer dat als je vol inzet op esotorie je op maatschappelijk gebied vanzelf groeit?