Symboliek in de rituelen van de vrijmetselarij
De rituelen van de vrijmetselarij zijn rijk aan symboliek. In het verleden moest deze symboliek geheim blijven omdat de mensen er nog niet aan toe waren. Nu kunnen we een tipje van de sluier oplichten en in het kort behandelen waar de drie belangrijkste rituelen over gaan.
De drie rituelen
De symboliek van het eerste ritueel in de vrijmetselarij, die van inwijding tot leerling-vrijmetselaar, is bijna volledig gebaseerd op de kunst en de uitoefening van de architectuur.
De eerste graad beschrijft ons leven als een kunstwerk. In deze graad wordt de kandidaat vergelijken met een jonge man die het ambacht van bouwer leert.
Het ritueel leert de kandidaat dat hij (of zij) het ambacht alleen door een lange leertijd en via onderwijzing door een meester kan leren.
De symboliek van het tweede ritueel, die van bevordering tot gezel-vrijmetselaar, is nog steeds op dezelfde symboliek gebaseerd, maar introduceert het symbool van de Middenkamer en een reeks symbolen die zijn ontleend aan de Zeven Vrije Kunsten en Wetenschappen.
De tweede graad interpreteert ons leven in termen van kennis en wijsheid. De graad vergelijkt de kandidaat met een man in zijn volwassen leven die zowel rationele kennis als praktische kunde dient te bezitten om zijn verantwoordelijkheden te kunnen nemen en om de bijbehorende dagelijkse last te kunnen dragen.
Drama van de ziel
In het derde ritueel, die van verheffing tot meester-vrijmetselaar gaat de architectonische symboliek naar de achtergrond om plaats te maken voor symboliek van een geheel ander type. Een symboliek die meer geschikt is voor een mystiek drama van de ziel. Het centrale symbool in de derde graad is dat van sterven en herrijzen, van verlies en herstel.
Dit is het centrale thema van alle oude mystieke tradities. Dit thema vinden we ook terug in veel religies. In zijn meest simpele uiterlijke vorm verwijst het thema naar de cycli van de natuur.
Van de terugtrekking van de zon in de winter, de wereld in duisternis en de dood achter zich latend, tot zijn terugkeer in de lente, om meer licht en nieuwe leven aan de wereld te schenken.
Een andere simpele uitleg van de symboliek in dit rituaal is die van de drie fasen in het leven van de mens: jeugd, volwassenheid, ouderdom (en dood).
Volgens het hermetische adagium “zo boven, zo beneden”, ook wel uitgelegd als “zo buiten, zo binnen”, geldt wat in de uiterlijke wereld gebeurt ook voor ons innerlijke wereld (en vice versa).
Dus de cycli van de natuur en de drie fasen in het leven van een mens zijn terug te vinden in onze innerlijke geestelijke realiteit.
In zijn innerlijke essentie is het thema van geboren worden, sterven en herrijzen noch oud noch modern, maar eeuwig, Het onthult de manier waarop de ziel zichzelf herstelt van de tragedies van haar eigen mislukkingen en tegenslagen.
Oude leven dient te sterven
De derde graad dringt door tot de kern van ons leven door de kandidaat een tragische ervaring te laten beleven die hem in staat stelt te ontdekken dat het kwade in de mens niet via de ratio overwonnen kan worden, maar dient te sterven zodat het goede in de mens zegeviert.
Onze slechte eigenschappen dienen ten onder te gaan willen onze goede eigenschappen kunnen zegevieren. Zoals een man op oudere leeftijd zijn natuurlijke leven moet neerleggen, zo moet de kandidaat, als hij in werkelijkheid ooit een meester-metselaar wil worden, het leven van onwetendheid, van begeerten en hartstochten, en van het verlangen om kwaad te doen, neerleggen.
Dit is de weg van verlossing. En de weg van verlossing is het centrale thema van de derde graad.
Een meester-vrijmetselaar is iemand die heeft geleerd de meester van zichzelf te worden. Een mens is niet de baas over zichzelf:
- Wanneer zijn wil is verdeeld tegen zichzelf.
- Wanneer zijn lagere zelf krachtiger is dan zijn hogere zelf.
- Wanneer hij niet doet wat hij dient te doen, en datgene wat hij doet, is niet wat hij zou horen te doen.
Zolang deze innerlijke rebellie niet is neergeslagen, is het verkrijgen van meesterschap over zichzelf onmogelijk. De toestand van zo’n mens is als een land die is overgeleverd in de handen van zijn vijand.
De macht in dat land – of in ons zelf – is verloren omdat de soevereiniteit verdwenen is. De enige uitweg – en het is een weg door bloed en tranen – is dat het rebellerende zelf sterft.
Hij, die de baas is over zichzelf, is niet verdeeld – of in strijd – met zichzelf. Wanneer de geest weer de baas is geworden over het lichaam dan schijnt de zon zonder belemmering door – en over – het leven van de meester-vrijmetselaar.
Maçonnieke studie begint met het lid worden van een vrijmetselaarsloge, actieve deelname aan de ‘Broederschap der mensheid’ en de intensieve studie van de ritualen. Voor sommigen is dit voldoende, maar voor anderen niet. Voor al die mensen is deze online cursus.