Voorbeelden van de hermetische erfenis van de vrijmetselarij
Wie met zijn Geest over zichzelf nadenkt, kent zichzelf
en wie zichzelf kent, kent het Al:
het Al is in de mens.
Hermetische Definitie IX.4
Regelmatig is in allerhande literatuur te lezen dat in de vrijmetselarij de symboliek van de Hermetica terug te vinden is. In het algemeen wordt die stelling echter niet onderbouwd. In dit artikel wil ik proberen om een tipje van de hermetische sluier op te lichten.
Wat hebben de Hermetica en de vrijmetselarij gemeen?
Kort en goed: meer dan men zou vermoeden. Maar laat ik om het tastbaar te maken er twee aanknopingspunten uit lichten: een vrijmetselaar werkt ter ere van de Opperbouwmeester des Heelals en ter volmaking (of vooruitgang) van de Mensheid’. Laten we deze twee belangrijke zowel maçonnieke als hermetische aspecten eens onder de loep nemen.
Ter ere van de Opperbouwmeester des Heelals
….En zo hangen alle dingen en alle wezens van God af.
Daarom is God de Vader van allen en alles
En de Zon is de Opperbouwmeester van het Heelal
en de Kosmos is het instrument
waarmee hij zijn bouwwerk tot stand brengt.
Het geestelijk Wezen bestuurt het hemelgewelf,
en het hemelgewelf de goden van de planeten,
maar het zijn de geesten die, ondergeschikt aan deze goden,
op hun beurt de mensen besturen.
Zo is de heirschaar van goden en geesten opgesteld.Corpus Hermeticum XVI Aforismen
Een brief van Asclepius aan Koning Ammon
In het oude Egypte, de bakermat van de alchemie, de belangrijkste praktische wetenschap binnen het hermetisme, was de belangrijkste god de zonnegod, die woonde in het Huis van Ra. M.a.w. Ra heerste over de andere goddelijke krachten.
Dat hier de wortels liggen van de belangrijke plaats, die de zon in de Hermetica inneemt is wetenschappelijk al lang duidelijk geworden. Dit maakt het ook meer inzichtelijk, waarom er binnen de vrijmetselarij zo veel gebruik wordt gemaakt van Lichtsymboliek. Lichtsymboliek is in feite godsymboliek, al kan men betwijfelen, of de gemiddelde vrijmetselaar dat als zodanig beleeft.
Zo boven, zo beneden
In de Hermetica is alles met alles verbonden. Alles is uit de onkenbare God de Vader voortgekomen en zal daar uiteindelijk ook weer naar terug gaan. Dat wil niet zeggen, dat hij al het werk alleen heeft gedaan.
Gedeeltelijk heeft hij deze arbeid uitbesteed aan de Kosmos, zijn eerste goddelijke schepping, met de Zon aan het hoofd als Scheppergod, de God van Leven en Licht, die – let wel – zowel in de vrijmetselarij als in het Corpus Hermeticum benoemd wordt als ‘de Opperbouwmeester van het Heelal’.
De Scheppergod bouwt onafgebroken aan het heelal, hij leidt het en draagt zorg voor de schepping en instandhouding van de sterfelijke wereld. Alleen aan de mens wordt een goddelijke status gegeven, al blijft zijn lichaam sterfelijk.
Daarom is de mens weliswaar ‘bekleed’ met materie, maar hij heeft een goddelijke kern, een lichtvonk in zijn ziel, die na haar aardse bestaan terug zal keren naar haar hemelse Bron, het Al.
Tenminste als hij in staat is om zichzelf te leren kennen en beseft dat het Al in hemzelf huist. Door de onsterfelijke natuur (de kosmos) en de sterfelijke natuur te bestuderen zou hij tot die kennis kunnen komen. We vinden deze zienswijze onverbloemd terug in de Blauwe ritualen van ‘Le Droit Humain’ en in de toelichtingen er op.
We zien hier dat er geen sprake is van een monotheïstische-, maar van een pantheïstische of misschien nog beter verwoord pansofische schepping. Dat wil zeggen, we hebben op religieusfilosofische basis te maken met een eerste onkenbare God en ondergoden (de planeten).
Aan de geestziel van de mens is eveneens een goddelijke status toegekend, waar hij zich niet per definitie van bewust hoeft te zijn (in dat geval leert hij zichzelf n.l. niet kennen en blijft hij in onwetendheid).
De rol van de Zon in de ritualen van de vrijmetselarij
Binnen de vrijmetselarij van de AASR symboliseert de Opperbouwmeester des Heelals een hoger beginsel, wat een ieder voor zichzelf kan invullen en waar het niet per definitie een religieus principe hoeft te vertegenwoordigen.
Toch is heel duidelijk, dat de zon een belangrijke rol vervult in de ritualistiek van de vrijmetselarij. Zo wordt b.v. in het openingsrituaal op een zeker moment beschreven dat de lengte en de breedte van de tempel gezien kunnen worden als ‘van de opgang tot de ondergang van de zon en van de middag tot de middernacht’ en voor wat betreft de hoogte en de diepte ‘zo hoog als de hemelen en van het oppervlak der aarde tot aan haar middelpunt’.
Ook kan in dit verband uit het sluitingsrituaal geciteerd worden dat ‘het Licht zelfs schijnt in de diepste duisternis’. Deze tekst is in verband te brengen met het Corpus Hermeticum XVI.5 6 , waarin uitgelegd wordt, dat de zon de hemel met de aarde verbindt en waarmee tegelijk symbolisch het ‘zo boven, zo beneden’ aangegeven wordt.
In de loop van het rituaal komt opnieuw de rol van de zon aan de orde als de plaats van de Voorzittend Meester in het oosten ter sprake komt. Symbolisch neemt die de rol van de zon over in de loge en dat wordt ook zo benoemd. Als hij de loge geopend heeft, kan het ‘geestelijk Licht’ – m.a.w. het goddelijke licht de loge in schijnen.
Deze opening kan dan pas plaatsvinden als het bijna ‘volle middag’ is, dus als de zon de meeste kracht heeft. De Voorzittend Meester vraagt dan ook letterlijk om Kracht van de ‘Opperbouwmeester des Heelals’.
De symboliek wordt versterkt doordat de loge, die eerst min of meer duister is, geleidelijk aan verlicht wordt met een extra lichtaccent op het moment dat ‘het Boek van de Heilige Kennis’ geopend is. Dan bevindt een ieder zich ‘in het Licht’. Het is zeer de vraag of veel vrijmetselaars zich bewust zijn van de heliocentrische invalshoek van hun gedachtegoed.
De rol van de kosmos in de ritualen
De tempel symboliseert de kosmos en de officieren die de verschillende functies vertegenwoordigen de goddelijke krachten van de planeten.
Onder leiding van de Ceremoniemeester (Hermes, de bode der Goden) en onder de harmoniserende steun van de Diakenen (Mars en Venus) passeert de vrijmetselaar in versluierde vorm eerst de planeet Saturnus (de Buitendekker, die met getrokken zwaard de wacht houdt voor de tempel). Door zijn gezuiverde geweten ‘herinnert’ de vrijmetselaar zich het wachtwoord, zodat hij door de tempelpoort mag gaan.
Vervolgens gebeurt hetzelfde als hij de Binnendekker, m.a.w. Jupiter tegenkomt. Ook deze wachter moet hij zien te passeren met het juiste wachtwoord. Daarna wordt hij naar zijn plaats in de tempel geleid. We zien hier hoe de adept vanaf de aardse wereld naar de hemelse sferen wordt geloodst.
Ter volmaking van de Mensheid
….en zo vormde hij de mens uit ziel en lichaam, dat wil zeggen uit de eeuwige en de sterfelijke
natuur, zodat het levende wezen dat aldus gevormd was aan zijn dubbele oorsprong kon beantwoorden:
de hemelgoden bewonderen en aanbidden en de aarde bebouwen en beheren
Asclepius
Een belangrijk punt voor de vrijmetselaar betekent de zorg en verantwoordelijkheid voelen voor de omringende wereld. Zoals inmiddels wel algemeen bekend mag worden geacht, bouwt de vrijmetselaar tenslotte volgens de eigen uitgangspunten aan de Tempel der Mensheid, zinnebeeldig voorgesteld door de Tempel van Koning Salomo. We komen hier automatisch op de bouwsymboliek terecht en het vermengt zich hier als het ware met de Lichtsymboliek.
Dienstbaarheid
Dit ‘bebouwen en beheren’, zoals in de Asclepius staat, vinden we dan ook op verschillende plaatsen in wat andere bewoordingen terug in verschillende ritualen.
Het doel is: zichzelf ten dienste stellen van de mensheid. In de vrijmetselarij wordt wel gezegd:‘Laat u kennen als vrijmetselaar in het Westen’. Het is dan niet de bedoeling om het vrijmetselaarschap uit te dragen, maar als individu een maatschappelijke bijdrage te leveren. In hoeverre dit echt gestalte wordt gegeven hangt uiteraard van de desbetreffende vrijmetselaar af.
Transformatie
Een ander aspect wat dit onderwerp betreft is de toepassing van de ‘wetenschap’ van de alchemie. Valentinus, een Alexandrijnse gnosticus, die ca. 150 AD leefde in Alexandrië heeft gezegd:
… Ga op zoek naar het binnenste van de aarde; door zuivering zult u de verborgen steen vinden….
De ritualen van de z.g. Blauwe graden hebben – voor de oplettende beschouwer -een alchemistische inslag.
Het is ook niet voor niets, dat de vrijmetselaar zich net als de alchemist ‘een arbeider in de Koninklijke Kunst’ noemt. Bedoeling is dat de alchemist geleid door zelfkennis ruwe materie (de ruwe steen in de vrijmetselarij) gaat bewerken om zo versnelde groei van de wereld om hem heen te bewerkstelligen.
Dat de vrijmetselaar zichzelf eigenlijk dient te zien als een alchemist wordt niet alleen bevestigd door het feit dat boven elke maçonnieke tempel de spreuk: ‘Ken Uzelve’ staat.
Het gebeurt ook doordat hij – om opnieuw een alchemistische term te gebruiken – leert ‘het hogere van het lagere’ te scheiden. In de praktijk gebeurt dit door zwart-wit gekleed te gaan, het schootsvel voor te doen en de handen ‘met reinheid’ (witte handschoenen) te bekleden voor het betreden van de tempel.
Maar het is even zeer de bedoeling, dat de vrijmetselaar dat symbolisch in het ‘profane’ leven doet: er naar te streven het ‘goede’ te doen en het ‘slechte’ te laten.
Bij moedig volhouden zal een dergelijke menselijke steen in principe eens kunnen passen in de denkbeeldige te herbouwen Tempel van Koning Salomon, die symbool staat voor de volmaakte Tempel der Mensheid.
Tenslotte
Het bovenstaande is heel weinig over iets waar nog veel over verteld en uitgelegd zou kunnen worden. En dat geldt dan zowel voor de combinatie hermetisme-
vrijmetselarij als het fenomeen vrijmetselarij op zich.
Ik veronderstel, dat dit artikel ook voor sommige ‘ingewijden’ een nieuwe kijk op bepaalde aspecten van het gedachtegoed van de vrijmetselarij zou kunnen betekenen. Oude betekenissen en waarden gaan mettertijd verloren. Soms is dat onvermijdelijk en zelfs wenselijk, maar het kan ook wezenlijk cultuurverlies betekenen.
Het is daarom belangrijk om te weten wat de achtergrond van teksten en handelingen ooit is geweest om met verstand eventuele aanpassingen aan te kunnen brengen. Uit onwetendheid is al het nodige verloren gegaan.
Het zou jammer zijn als we over een aantal jaren niet meer de enigszins versluierde band zouden kunnen aantonen, die er tussen het hermetisme en de vrijmetselarij bestaat.
2009 © drs. Anne van Marion-Weijer MA
Geraadpleegde literatuur:
Ritualen 1 e , 2 e en 3 e graad van de Ned. Fed. van de IOGVM “Le Droit Humain”
Broek, van den Hermes Trismegistus
Copenhaver Hermetica (Corpus Hermeticum & Asclepius)
Fowden The Egyptian Hermes
Kon dat in mijn eenvoudigge woordenschat nooit zo brengen. Een verrijking.
Mooi en prachtig uiteengezet.
Zo voel en heb ik het altijd ervaren. Een nieuwe inzicht is wel de planeten en hun plaats die de officieren bekleden.